Woensdag 22 januari is de Tindalvilla verrijkt met de terugkeer van het kleine torentje, de follie. Hans Roelofsen zit alweer vol plannen:
We gaan nu ons best doen om de reconstructie van de grote toren van 3x3x3 meter te realiseren.Het samenwerken met mensen die liefde hebben voor hun vak is een groot genoegen.
Rob de Jong, die in Antwerpen een 5- jarige opleiding in het restauratievak volgde en zinkwerker Henk Plugboer die zichzelf ontwikkelde van een gewone loodgieter tot een specialist in historisch zinkwerk, vonden het een mooie klus.
In Medemblik vond ik een pannenfabriekje van Karel Kooper die een enorme verzameling oude pannen heeft en bijzondere exemplaren namaakt.
Nadat componisten als Beethoven vooral in de paleizen van vorsten voor adellijk gezelschap optraden kwam het accent te liggen op de huizen van de hogere burgerij. De Tindalvilla is in de regio de enige locatie waar kamermuziek in soortgelijke sfeer kan worden genoten
Na meer dan 350 toelichtingen te hebben geschreven en een groot aantal lezingen ga ik me zetten aan het schrijven van een boek over de ontwikkeling van de kamermuziek en uiteraard de geschiedenis van de Tindalvilla.
Johanna Tindal, enig kind van Louis Adrianus Tindal en Rudolfien Petronella Brandt Corstius, ging vanuit Bussum naar Hilversum en behaalde daar haar eindexamen aan de 5 jarige HBS, kreeg pianoles aan het Utrecht’s Conservatorium en studeerde vervolgens in Berlijn. Genoeg talent om de ouders het gevoel te geven dat een villa met een riante suite nuttig en nodig zou zijn om veel bezoekers te kunnen ontvangen die de verrichtingen van hun dochter als soliste, en samenspelend met andere musici, zouden kunnen bewonderen.
Na haar huwelijk in maart 1914 met Petrus Johannes Loman, voelde vader, afkomstig uit een familie met hoge militaire functie, zich bij de mobilisatie geroepen naar Breda te vertrekken.
De droom van kamermuziek zal dus maar enkele jaren in hun midden zijn gerealiseerd. Vanaf 1987 zou het zaad pas werkelijk ontkiemen.